Biodiversiteit staat voor de verscheidenheid van levensvormen op aarde, van genen, planten en dieren tot volledige ecosystemen. Die ecosystemen zijn met elkaar verbonden en kunnen enkel functioneren als de soorten waaruit ze bestaan gezond en divers zijn. Helaas gaat onze biodiversiteit aan snel tempo verloren en voor het eerst in de geschiedenis van de planeet is de oorzaak de mens.
Soorten houden elkaar in balans
Het uitsterven van levensvormen is een natuurlijk proces, dat zich in golven afspeelt doorheen de evolutie. De omgeving evolueert en enkel de soorten die snel genoeg mee-evolueren, planten zich voort tot aangepaste varianten. In warme klimaten ontstaan er meer nieuwe soorten dan er verdwijnen, bij te snelle opwarming is dat omgekeerd. Is de huidige biodiversiteitscrisis dan de volgende natuurlijke fase in de evolutie van het leven op aarde? “Vandaag is er helaas meer aan de hand”, duidt Myriam.
“Soorten verdwijnen nu 100 tot 1.000 keer sneller dan in fossiele tijden, een evolutie die nog dreigt te versnellen.” De aarde kende al vijf uitstervingsgolven. Bij de eerste twee – 450 en 375 miljoen jaar geleden – zou de oorzaak klimaat-afkoeling geweest zijn. Eerst waren het mossen, daarna bomen en bossen die voor het eerst groeiden op het land en door fotosynthese CO2 uit de lucht haalden. Je zag het omgekeerde van wat er vandaag gebeurt: te weinig CO2 in de lucht zorgde voor een te snelle temperatuurdaling, en veel soorten haalden het niet.
Over miljoenen jaren herstelde de biodiversiteit zich telkens, ook van de drie uitstervingsgolven die nog volgden. Die hadden met klimaatopwarming te maken, wellicht door grote vulkaanuitbarstingen of meteorieten. Bij de laatste golf – waarbij de dinosaurussen 65 miljoen jaar geleden uitstierven – was de beruchte meteorietinslag in Mexico de oorzaak.
“Vandaag zien we dus een zesde golf, maar ditmaal veroorzaken wij het proces, terwijl we zelf deel uitmaken van de biodiversiteit die teloorgaat. Meer nog, we zijn ervan afhankelijk om te leven. Zo komt door de teloorgang van insecten de bestuiving in het gedrang, en dus de oogst van veel groenten en fruit. En bestuiving is slechts een van de functies van insecten. Ze zorgen ook voor afbraak van organisch materiaal in de bodem en zijn voedsel voor andere soorten. Planten zijn dan weer de bron van onze zuurstof. Ons leven is onlosmakelijk verbonden met dat van de andere soorten. En als te veel soorten verdwijnen, dan verdwijnen wij als menselijke soort uiteindelijk ook.”
Een buffer tegen pandemie
Terwijl het pleidooi over de klimaat-opwarming en het biodiversiteitsverlies nog bij velen in dovemansoren valt, schudt een pandemie als COVID-19 iedereen wakker. De persoonlijke impact is dan ook groot. Toch is alles onlosmakelijk verbonden.
“Ook in de strijd tegen pandemieën hebben we er alle belang bij om de natuur en de biodiversiteit te beschermen en te herstellen. Want hoe meer biodiversiteit, hoe minder ziekten en pandemieën. Als ecosystemen achteruitgaan, verdwijnen veel soorten, maar de pathogenen verdwijnen niet noodzakelijk mee, integendeel.
De sterke soorten overleven, en dat zijn vaak soorten die zich snel vermenigvuldigen, waarbij mutaties voor veel varianten zorgen, tot de soort voldoende is aangepast. Dat gebeurt ook bij de verspreiders van ziektes: een soort die zich snel voortplant wordt sneller resistent, maar blijft wel drager van de ziekte. Dus zijn de soorten die in gedegradeerde ecosystemen overleven vaak net de dragers van ziekten en dat is vervelend voor ons.
Een typisch voorbeeld is de rat, een echte overlever. Hoe meer menselijke verstoring, hoe minder andere soorten en hoe meer ratten, en die verspreiden ook veel ziektes. Vleermuizen zijn een ander voorbeeld, zoals bij de uitbraak van ebola in Afrika. De bossen werden gerooid en resistente vleermuizen werden dichter naar de leefwereld van de mensen gedreven. Soms aten mensen de vleermuizen op of ze aten fruit waarop de vleermuizen hadden gezeten, zo kon ebola zich verspreiden. In Madagaskar zien we nog uitbraken van de pest; ook hier speelt de ontbossing en het verdrijven van resistente knaagdieren uit hun habitat.
Je moet het trouwens niet ver van huis zoeken, denk maar aan teken. Hoe minder soorten zoogdieren, hoe meer teken er zijn. Als de biodiversiteit slinkt, blijven vooral de zoogdieren over die de teken dragen en de ziekte van Lyme verspreiden. Vroeger, toen ik op kamp ging, was er geen sprake van teken. We konden gewoon buiten slapen. Vandaag zitten ze in al onze tuinen.”
Planetaire grenzen voor de mensheid
Natuurrapporten duiden telkens vijf hoofdoorzaken aan van biodiversiteits-verlies. Myriam licht toe. “Vooreerst is er de rechtstreekse vernietiging van de natuur. Je denkt spontaan aan het tropisch regenwoud, maar dat proces voltrekt zich overal, ook bij ons. Kleine bosjes, weiden en tuinen, hagen en houtkanten: dagelijks worden kleine ecosystemen vernietigd, vooral voor wegen en gebouwen.
Ten tweede is er overexploitatie. Zo hebben we gigantische oceanen boordevol vis, en toch slagen we erin om onze ‘favoriete’ soorten bijna helemaal leeg te vissen. Ten derde is er de verontreiniging door gebruik van schadelijke stoffen die zich verspreiden over de hele wereld. Tot aan de Noord- en Zuidpool vind je vandaag resten van pesticiden. Ook de mestproblematiek hoort hierbij.
De vierde factor is de klimaatverandering, de temperaturen stijgen sneller dan de natuur zich kan aanpassen. En de laatste factor zijn invasieve soorten. We reizen de wereld rond, nemen planten en dieren mee, soms zonder het te weten, en ontregelen zo de bestaande ecosystemen.” Achter dit alles zit één factor: de mens, en zijn economie van oneindige groei.
Duurzaamheidsexpert Johan Rockström identificeerde negen fundamentele processen die de aarde in balans houden. Twee vandie processen ondervinden al onherstelbare schade: de biodiversiteit, en de biochemische cycli, onder meer van stikstof. Ook de klimaatopwarming nadert de grens. Die moet onder de 1,5 °C blijven, maar als de uitstoot van broeikasgassen niet drastisch vermindert, overschrijden we wellicht deze eeuw nog de 2 °C. Dan zijn de droogte en overstromingen van vandaag slechts het begin.
“We moeten veel meer samenwerken met de natuur, in plaats van de natuur te manipuleren. Natuur kan je niet in een aparte ruimte houden, met de rest van de wereld ernaast om naar je hand te zetten, zoals de ecomodernisten geloven. Slimme technologie is een deel van de oplossing, maar we hebben vooral ook de wijsheid nodig om onze manier van leven aan te passen aan de ernst van de situatie.”
Duurzaamheid = solidariteit
Er zit een belangrijke sociale dimensie aan dit verhaal. De mensen die de natuur en het klimaat het minst verstoren, zijn er namelijk het grootste slachtoffer van. Sub-Sahara Afrika kent talloze klimaatvluchtelingen, maar ook bij ons zijn het de mensen in de slechtste huizen die de eerste slachtoffers van de recente overstromingen zijn. De klimaatverandering verscherpt de ongelijkheid.
“De biodiversiteitscrisis is ook een sociale crisis”, vertelt Myriam. “Hoe meer de natuur uit balans geraakt, hoe meer de armsten eronder lijden. Hoe welvarender de mensen, hoe beter ze het aankunnen om duurzamer te leven. De herverdeling van de welvaart is dan ook cruciaal. Verhelderend daarrond is de ‘Doughnut Economy’ van Kate Raworth: we moeten de planetaire grenzen respecteren als we willen dat de natuur er nog is voor toekomstige generaties. Maar er is ook een ondergrens: iedereen op de planeet moet een zekere basislevenskwaliteit hebben: onderwijs, gezondheidszorg, onderdak, gezond voedsel ... De marge voor onze levensstijl als mensheid zit tussen die twee grenzen. Helaas zien we veel verspillende rijkdom, terwijl anderen worstelen voor een basisbestaan.”
Groeiende tegenstroom
Toch wordt er actie ondernomen op steeds grotere schaal. Sinds 1992 is er het Biodiversiteitsverdrag, ondertekend door 195 landen. Op de tweejaarlijkse COP (Conference of Parties) worden afspraken gemaakt en opgevolgd om het biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Myriam blikt vooruit naar de COP15 eind oktober: “Elk niveau speelt een belangrijke rol. Mondiaal wordt op de COP een nieuwe strategie afgesproken tegen 2030.
De EU legde de lat alvast hoog: 30 % beschermde natuurgebieden, ook daarbuiten de natuur herstellen, een halvering van het gebruik van pesticiden, 20 % minder mestgebruik, 10 % natuur binnen het landbouwgebied, 25 % biolandbouw … Ook enkele andere landen en regio’s proberen dat. Dat sommige landen tegen elkaar opbieden in ambitie, is een positief signaal.
Maar het lokale niveau is even belangrijk. Wat je wereldwijd afspreekt, moet door de mensen gedragen zijn. En zij verkiezen dan weer de politici die bovenlokaal gaan pleiten. We hebben verandering nodig binnen alle geledingen van de samenleving, zo groeit de tegenstroom. Ook banken als Triodos zijn broodnodig. We kunnen ervoor kiezen om het biodiversiteitsverlies en de klimaatopwarming niet verder te laten escaleren.”
Een groot deel van de oplossing zit in ons voedsel. Als we ons lokaal en biologisch voeden volgens de seizoenen en minder vlees, vis en zuivel eten, dan is de positieve impact op de planeet écht enorm. “De voedingsindustrie gaat ten koste van de samenleving. Vervuiling, mestproblematiek, giftige stoffen, biodiversiteitsverlies, klimaatopwarming … dát is de werkelijke kost van goedkope voeding. Biologisch voedsel heeft een duurder productieproces, omdat het zorg draagt voor de planeet, en kost daarom meer. Dat is heel oneerlijke concurrentie. Eerlijke voeding moet er zijn voor iedereen.
Kiezen voor een bewuste levenswijze brengt een nieuw comfort. Het is bevrijdend om uit de consumptierace te stappen en rust te vinden, geen media-beeld na te streven. Hoe sterker we aan de commerciële invloed weerstaan, hoe beter. We kunnen de band herstellen met de natuur én met elkaar, bijvoorbeeld in stadslandbouwprojecten. Tijd maken om te ontdekken hoe aangenaam duurzaam leven is, vooral als je het samen doet.”
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.