Vrouwen lopen meer risico om met COVID-19 besmet te worden omdat ze vaker in de gezondheidszorg werken. Ze zijn ook oververtegenwoordigd in banen waar het moeilijker is om afstand te houden en waar er meer ontslagen vielen. Veel vrouwen moesten hun werk onderbreken om voor anderen te zorgen. Bovendien werken vrouwen vaak in micro- en kleine ondernemingen met lagere lonen en een zwakkere juridische en sociale bescherming, en in informele activiteiten waar de situatie nog meer precair is. Door al die factoren is het voor vrouwen moeilijker om op de arbeidsmarkt te blijven.
Arbeidsmarkt verlaten
Uit de cijfers over de arbeidsparticipatie blijkt dat vrouwen in recordaantallen de arbeidsmarkt verlaten, in een beweging die mogelijk onomkeerbaar wordt. Hoe langer vrouwen wegblijven uit de arbeidsmarkt, des te hoger het risico dat hun vaardigheden achteruitgaan en ze hun inkomen en vooruitzichten voor altijd kwijtraken.
Vóór de pandemie is geen enkel land erin geslaagd om volledige gendergelijkheid te bereiken, zoals omschreven in de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN. Maar nu lijkt gendergelijkheid, gemeten op basis van de toegang tot (hoogstaand) onderwijs, de participatie op de arbeidsmarkt en vrouwelijk ondernemerschap, verder weg dan ooit. Sinds de pandemie hebben veel meisjes in landen met een laag inkomen amper toegang tot onderwijs. In Liberia, waar minder dan de helft van de doelstellingen op het vlak van gendergelijkheid bereikt is, gaan minder meisjes dan jongens naar school nu de scholen na de lockdowns weer opengaan. Op basis van de ervaring met en de gegevens over de ebolacrisis van 2014-’15 in Sierra Leone schat het Malala-fonds dat na de coronacrisis nog eens 20 miljoen meisjes niet meer naar de middelbare school zouden terugkeren.
300 miljard minder krediet
Zonder opleiding nemen de kansen om aan de arbeidsmarkt deel te nemen enorm af. Maar eenmaal vrouwen de arbeidsmarkt betreden, komen ze andere drempels tegen. In de hele wereld vormt de toegang tot krediet voor kmo’s een belangrijke beperking. Volgens de International Financial Corporation (IFC) krijgen formele, kleine bedrijven van vrouwen wereldwijd zo’n 300 miljard dollar minder financiering dan hun mannelijke collega’s en heeft meer dan 70 % van de kleine en middelgrote ondernemingen met een vrouwelijke eigenaar onvoldoende of geen toegang tot financiële diensten. Die situatie wordt nog bemoeilijkt door de pandemie.
Andere drempels hebben te maken met de traditionele rol van vrouwen en de beschikbaarheid van kinderopvang. In mei 2020 voerde het onderzoeksbureau Ipsos enquêtes uit in 18 landen over de hele wereld. De resultaten tonen aan dat vrouwen door de pandemie thuis drie keer meer taken doen dan mannen, en dat in de vorm van verzorging, thuisonderwijs en betaald werk. Dat wijst erop dat het evenwicht tussen werk en privéleven verstoord is.
Financiering bevordert gelijkheid
Triodos IM draagt op verschillende manieren bij aan meer gendergelijkheid. De beursgenoteerde aandelen- en obligatiefondsen beleggen bij voorkeur in bedrijven met een goede reputatie op het vlak van diversiteit, vrouwelijke vertegenwoordiging in het management, gelijke verloning en arbeidskansen voor mensen met een beperking. Dat bedrijven op basis van die normen geselecteerd kunnen worden, geeft aan dat sociale inclusie zich al op een iets hoger niveau bevindt.
Zo een bedrijf is de human resources groep Persol. De groep, met hoofdkantoor in Japan, bestaat momenteel uit meer dan 70 bedrijven die actief zijn op ongeveer 600 locaties in de regio Azië-Pacific. Die bedrijven bieden onder meer tijdelijke personeelsdiensten, permanente plaatsing en rekruteringsmiddelen. Het bedrijf werd opgericht met als doel de situatie van vrouwen te verbeteren die – ook al willen en kunnen ze werken – daar de mogelijkheid niet toe hebben. In zijn belangrijkste afdeling, namelijk uitzendwerk (66 % van de omzet), heeft Persol 100.000 mensen in dienst, van wie 90 % vrouwen. Om ervoor te zorgen dat vrouwen kunnen werken, beschikt het bedrijf over kinderopvangvoorzieningen.
Anderzijds belegt Triodos IM in duurzame obligaties uitgegeven door de Nederlandse ontwikkelingsbank FMO. Met de opbrengst van die obligaties financiert FMO onder meer Aziatische microfinancieringsinstellingen. Die voorzieningen helpen het economische potentieel van vrouwen vrij te maken en bevorderen zo de gendergelijkheid. Van alle personen die een krediet aangaan bij een van die microfinancieringsinstellingen, is ongeveer 75 % een vrouw. In Cambodia, bijvoorbeeld, verstrekt de microfinancieringsinstelling Amret zowel groepsleningen als individuele leningen met een focus op landbouw en op vrouwen in armoede in rurale gebieden.
Om te zorgen dat het herstel na de pandemie een positieve impact heeft op de gendergelijkheid, moeten financiële instellingen nieuwe beleggingsopties zoeken die een inhaalbeweging mogelijk maken. Ze moeten die opties vanuit een genderperspectief benaderen, want genderneutraliteit volstaat vaak niet. Triodos IM kijkt daarom naar de verschillen en kansen die COVID-19 heeft gecreëerd. Een gendervriendelijke werkomgeving met kinderopvang en investeringen in ondernemingen van vrouwen zijn maar een paar mogelijkheden.
Toegang hebben tot het financiële systeem is cruciaal, vooral in de context van COVID-19: niet alleen de manier van werken is veranderd, we zullen ook alle handen nodig hebben om een sterkere, duurzamere en meer inclusieve economie op te bouwen.
Duurzaam beleggen?
Met Triodos Bank ga je verder. Ontdek hoe.
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.