Ecologische en sociale kosten zichtbaar maken
Voor we het voedsel dat we eten op onze vork prikken, moet het eerst geproduceerd, opgeslagen, verwerkt, verpakt, vervoerd, bereid en geserveerd worden. Beginnen nadenken over wat er op ons bord ligt, is bijzonder ingewikkeld, omdat het huidige voedingssysteem sterk verweven is met de globalisering. Neem nu de avocado die sinds kort enorm populair is in westerse landen, mede door een geduchte marketing die de vrucht tot ‘superfood’ met bijzonder veel gezonde eigenschappen bombardeerde. Aan de andere kant van de wereld, in landen geteisterd door droogte, hebben de telers van deze vrucht zelf geen water: er is 1.000 liter water nodig om twee en een halve avocado te kweken. Vervolgens worden de vruchten in geklimatiseerde containers naar onze havens verscheept en dan gerijpt met behulp van ethyleen, een nevenproduct van aardolie. Balans: de avocado is een massavernietigingswapen voor het milieu.
Target: zero waste
Na een loopbaan als financieel analiste in de voedingsindustrie maakte Aubane Verger anderhalf jaar geleden een mentale klik en richtte ze samen met kookfanate Laura Perahia Le Local op, het eerste ‘zero waste’ en CO2-neutrale restaurant van Brussel. Het idee? “Van deze plek een tool voor sensibilisering en voorlichting maken, want als de magen goed gevuld zijn, werken de hersencellen beter”, lacht ze.
Voor de uitwerking van hun project dat gefinancierd wordt door Triodos Bank, stelden beide vennoten alles in het werk om hun ecologische voetafdruk maximaal te beperken, onder andere door voor 80 % van hun bestellingen zich lokaal te bevoorraden, door het aandeel van vlees te beperken, door een deel van het organisch afval te dehydreren tot poeder (in hun glazen bokalen vormen ze een mooi kleurenpalet klaar om soep of saus op smaak te brengen), door afval te composteren, enzovoort. “Elke maand voeren we iets nieuws in”, benadrukt Aubane Verger. Zo start Le Local in september met een traiteurdienst volgens dezelfde filosofie. De gerechten worden door een fietscoöperatie geleverd in herbruikbare verpakkingen - precies het omgekeerde dus van de grote maaltijd-aan-huis bezorgplatformen, die de hoeveelheid plastic afval bij de mensen thuis verhogen en de ‘uberisering’ van de economie in de hand werken. Aubane draagt binnen enkele weken de leiding van het restaurant over om zich te concentreren op de begeleiding van horecaspelers met belangstelling voor een zero waste aanpak.
Triodos Bank ondersteunt de overgang naar een veerkrachtig voedingssysteem dat in harmonie met de natuur functioneert, de gezondheid van de mens beschermt en alle spelers in de waardeketen eerlijk vergoedt. Gaandeweg heeft de bank een steeds breder perspectief aangenomen. Naast biologische landbouw zijn er kwesties die eveneens een bredere en meer innovatieve visie vereisen, en dit in de hele toeleveringsketen. De bank vindt dat de financiële instellingen op dat vlak een significante rol te spelen hebben, door via hun kredietverlening en beleggingsfondsen te kiezen voor duurzame voeding- en landbouw. Korte ketens, zero waste projecten, dierlijke eiwitvervangers: Triodos Bank financiert dergelijke projecten, zowel via kredieten als via de beleggingsfondsen beheerd door haar filiaal Triodos Investment Management.
Nieuwe verkoopcircuits
Gemiddeld leggen voedingswaren 140 km af alvorens ze op ons bord belanden. Daarmee genereert de voedingsindustrie op haar eentje een derde van het Europese wegtransport dat zoals bekend een enorme impact heeft op het milieu. Dit soort tegenstrijdigheden proberen steeds meer spelers te bestrijden. Solidaire Aankoopgroepen van Agro-ecologische Landbouw (SAGAL), gemeenschappelijke aankoopgroepen (GAG), biomanden die door onafhankelijke leveranciers of coöperaties rechtstreeks aan de consumenten geleverd worden, rechtstreekse verkoop op de boerderij, buurtwinkels die enkel in korte keten werken … allerlei soorten initiatieven die de consumenten op een andere manier bevoorraden. “De hele sector wordt geleidelijk professioneler. Het is daarbij belangrijk om fouten uit het verleden niet te herhalen door elke schakel in de keten onder druk te zetten om de marges te vergroten”, benadrukt Alexia de Jonghe, relationship manager SME Banking van Triodos Bank. “In deze optiek financieren we burgerinitiatieven zoals BEES coop, de eerste participatieve coöperatieve supermarkt zonder winstoogmerk in Brussel.” In het model van BEES coop engageren de leden zich op drie manieren: ze zijn eigenaar van de zaak (via aandelen), werken er enkele uren per maand vrijwillig en zijn er ook klant.
Dat een alternatief model economisch haalbaar is, blijkt uit het toegenomen belang van de pioniers. Bij de oprichting van Origin’O in 2006 was het terrein vrijwel onontgonnen. Ondertussen telt de groep 18 winkels in Vlaanderen en Brussel; die bieden een premium assortiment biologische, vegetarische/vegan producten en producten geschikt voor mensen met bepaalde voedselintoleranties (ook versbereide maaltijden). “De vraag naar gezonde voeding blijft toenemen. Voor onze bevoorrading kiezen we zo veel mogelijk lokale seizoensproducten en we proberen onze klanten hierrond te sensibiliseren”, aldus Els Lammertyn, operationeel directeur bij Origin’O. “Als we duurzame waardecreatiesystemen willen invoeren in de voedingsindustrie, moet informatie doorheen de hele keten aangemoedigd worden”, bevestigt Véronique De Herde, onderzoeker aan het Earth and Life Institute-Agronomy van de UCLouvain.
Groothandelaars om deze nieuwe verkooppunten te ‘voeden’
Er zijn steeds meer schakels in de nieuwe bevoorradingsketen beschikbaar. Zo bevoorraadt de coöperatieve vennootschap Terroirist – ook een Triodos kredietklant - Brusselse winkels en restaurants van fruit, groenten, granen, peulvruchten, gedroogde vruchten, verwerkte producten en dranken. De producten komen rechtstreeks van kleine boeren, producenten en leveranciers die werken met respect voor mens en de natuur in de keten. Alexia De Jonghe vervolgt: “Het model van Terroirist is echt innoverend, want het slaat een brug tussen Brusselse winkels en restaurants die bezorgd zijn over hun impact en geëngageerde lokale en Europese producenten. Terroirist neemt de distributie en de logistiek voor zijn rekening, terwijl het de producenten een afzetmarkt en een eerlijke vergoeding garandeert. Daardoor kunnen die zich concentreren op de kern van hun vak: kwaliteitsvoedsel produceren.”
Naar een evenwichtige relatie tussen producenten, verwerkers en consumenten
De banden aanhalen tussen de spelers in de voedselketen, bijvoorbeeld tussen de producenten en de verwerkers, is een manier om het model veerkrachtiger te maken. Dat was al de doelstelling van drie jonge visionairs aan het begin van de jaren tachtig. Daarom richtten ze een kaascoöperatie op in Gent (ondertussen verhuisd naar Sleidinge). Bijna 40 jaar later heeft Het Hinkelspel met zijn 16 werknemers en een jaarlijkse productie van 120 ton kaas op basis van biologische, lokaal aangekochte rauwe melk, de waarde van zijn aanpak bewezen. De onderneming toont dat het mogelijk is om uitstekende ambachtelijke producten te maken in combinatie met een evenwichtige en transparante relatie tussen de melkproducenten (het bedrijf verbruikt 1,2 miljoen liter per jaar), verwerkers en eindconsumenten. “Ons coöperatieve model is actueler dan ooit”, bevestigt medeoprichter Alexander Claeys. “Het Hinkelspel telt vandaag 80 coöperatieleden onder wie onze melkleveranciers, het merendeel van onze medewerkers, en consumenten die willen investeren in duurzame initiatieven als het onze. Steeds meer mensen willen geen intensieve landbouw meer, ze eisen duurzaamheid. Onze leden waarderen natuurlijk de kwaliteit van onze kazen, maar ook onze transparante werkwijze die trouw blijft aan onze oorspronkelijke principes.”
Hefboomeffect vanaf de productiefase
Om landbouw- en voedselsystemen die ecologisch en sociaal veerkrachtig zijn te bevorderen, investeert Triodos Investment Management via haar Impact-beleggingsfondsen in beursgenoteerde bedrijven die deze systemische overgang kunnen versnellen. Een van deze bedrijven is Bakkafrost. Het werd opgericht in 1968 en is ondertussen de belangrijkste zalmkweker op de Faeröer-eilanden (Denemarken). Het bedrijf wil via zijn praktijken aantonen dat duurzaam zalm kweken mogelijk is. De productie van een kilo zalm vraagt 1.400 liter water, tegenover 15.400 liter voor een kilo rundvlees of 6.000 liter voor een kilo varkensvlees. Bovendien stoot de zalmkweek aanzienlijk minder CO2 uit (2,9 kg per geproduceerde kilo, tegenover 30 kg voor rundvlees). Bakkafrost kweekt zijn zalm in een natuurlijke omgeving zonder chemische toevoegingen of antibiotica. Het bedrijf streeft ernaar zijn praktijken voortdurend te verbeteren en bestudeert onder andere de stressfactoren waarmee de zalm in zijn kwekerijen te maken krijgt. Het bedrijf voerde ook een traceerbaarheidsbeleid in via ASC-certificering (het belangrijkste certificerings- en etiketteringsprogramma voor visproducten uit een verantwoorde aquacultuur).
Einddoelstelling: een nieuw sociaal-economisch model
Voor Benoît Dave, voorzitter van het Collectif 5C (Collectief van Burgercoöperaties voor de Korte Keten) en coördinator van de Naamse coöperatie Paysans-Artisans, is de enige echt duurzame optie “een nieuw sociaal-economisch model bedenken dat niet langer piramidaal maar inclusief is”. Hoe? Door de boeren hun trots en waardigheid terug te geven, door volledige productieketens in een bepaald gebied opnieuw op te bouwen, op maat van de primaire producenten en een kort distributiecircuit. “De uitdaging voor onze coöperatie is om dit nieuwe model geloofwaardig te maken door het snel genoeg te professionaliseren, zodat aan de verwachtingen van producenten en consumenten wordt voldaan. Ook al vertegenwoordigen initiatieven zoals deze nog geen groot verkoopvolume, toch denk ik dat de ideologische strijd bij de consumenten al is gewonnen. Ondanks hun nieuwe communicatie- en marketingstrategieën zien we dat supermarkten bijvoorbeeld moeite hebben om te overtuigen”, zegt Benoît Dave. “De mentaliteitsverandering is niet eigen aan onze zogenaamde ontwikkelde samenlevingen. Ook in het Zuiden willen mensen niet langer een agrarisch exportmodel dat hen uithongert. In Mali kosten uit Europa geïmporteerde tarwe en uit Azië ingevoerde rijst minder dan de lokaal geproduceerde gierst. Maar ook al beweegt er veel, ik weet nog niet wie er vanuit macro-economisch oogpunt de strijd zal winnen.”
Individueel, collectief en politiek engagement
Kan de consument, enkel door de keuzes die hij maakt “een revolutie op ons bord” ontketenen? Olivier De Schutter, van 2008 tot 2014 speciaal rapporteur van de Verenigde Naties over het recht op voedsel, denkt van niet: “De kracht van de consument is belangrijk, maar kan politieke actie niet vervangen. Overheden moeten de problematiek aanpakken en ervoor zorgen dat de wereldmarkt kleine producenten niet benadeelt, dat grote kopers hen een eerlijke prijs betalen. Momenteel zijn de winnaars van wereldwijde concurrentie altijd degenen die tegen de laagste prijs produceren. Het is bijvoorbeeld zeer verrassend dat eerlijke handelspraktijken, die producenten een minimumprijs garanderen, niet worden beloond via de manier waarop de Europese Unie tarieven vaststelt. ” Ook volgens Véronique De Herde moet de transitie door de overheid worden ondersteund. “Er is op Europees niveau geen uniforme strategie voor de herziening van het gemeenschappelijke landbouwbeleid dat grotendeels gebaseerd is op subsidies naargelang de productieoppervlakte. Maar de spelers uit de industrie kunnen ook speelruimte creëren door zichzelf te organiseren. Hebben we trouwens een andere keuze dan pragmatisch optimistisch te zijn voor de toekomst?”
Een paradigmaswitch
Volgens de OESO is de wereldwijde landbouw (veeteelt inbegrepen) rechtstreeks verantwoordelijk voor 17 % van de uitstoot van broeikasgassen. Daarbij komt nog 7 tot 14 % toe te schrijven aan veranderingen in landgebruik. De opwarming van het klimaat is de meest onmiddellijke – en in de media de meest besproken – ecologische impact van het huidige landbouw- en voedselindustriemodel. Maar dat model heeft veel ruimere gevolgen die rampzalig zijn voor mens en milieu. Bodemverarming, lucht- en watervervuiling, de radicale verarming van de biodiversiteit, de gezondheidsproblemen, de beperkte toegang tot verbouwbare gronden, de privatisering via octrooien van planten en dieren en hun natuurlijke eigenschappen en de uitbuiting van de arbeidskrachten tot in Europa toe …, de lijst met negatieve gevolgen is bijzonder lang.
En hoe ziet de toekomst eruit? Moet, zoals sommigen beweren, de wereldwijde landbouwproductie met 70 % verhogen om de groei van de wereldbevolking op te vangen, terwijl IPCC-specialisten- hameren op een vermindering met 50 % van de broeikasgassen tegen 2050? Het lijkt een onmogelijke opdracht, tenzij het model volledig wordt omgegooid. “We moeten voor ogen houden dat het landbouwsysteem geen afgelegen eiland is, het is verbonden met de rest van het economisch stelsel en kan dus niet op zijn eentje een revolutie ontketenen”, waarschuwt Véronique De Herde. “Al een halve eeuw verwerven de voedselindustrie en de retailsector almaar meer macht in een systeem dat gericht is op goedkope overproductie en overconsumptie. Onze enige optie vandaag is dit consumptiegerichte model te doorbreken om terug te keren naar een verantwoord productie- en gematigd consumptieschema. Dat vraagt een paradigmaswitch van alle spelers.”
Beleggen
We beleggen het geld dat u ons toevertrouwt enkel in ondernemingen die een positieve sociale en ecologische impact hebben. We zijn ervan overtuigd dat in de toekomst de bedrijven die de samenleving duurzame oplossingen bieden, het meest succesvol zullen zijn.
Duurzaam beleggen? Met Triodos Bank gaat u verder
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.