Door uitsluitend naar het financiële rendement van een belegging te kijken, wordt voorbijgegaan aan het onderliggende doel van beleggen. Dat is kapitaal verschaffen aan mensen, bedrijven en projecten die met dat kapitaal initiatieven kunnen realiseren. Met andere woorden: dat de belegging leidt tot een reële economische activiteit met toegevoegde waarde. De echte waarde van beleggen ligt dan ook veel meer in hoe geld wordt aangewend, en de impact die dat heeft op de economie en onze samenleving.
Waar het is misgegaan?
Ergens in de afgelopen halve eeuw is het idee ontstaan dat beleggen hoofdzakelijk gaat over financiële waarde. Dat de keuze voor hoe je belegt, los staat van wat je als mens zelf vindt of welke effecten de belegging heeft. De afweging tussen financieel rendement en financieel risico staat centraal als je met beleggers praat. Soms komen er nog wat randzaken aan bod, zoals ‘geen dingen fout doen’ zoals bijvoorbeeld niet investeren in clusterbommen. Maar de voornaamste focus ligt in veel gevallen toch op dat wat in financiële waarde is uit te drukken. Op deze manier is beleggen verworden tot geld maken met geld. Wellicht een beetje gechargeerd, maar niet veel.
Maar dat is natuurlijk niet vol te houden op de lange termijn. Met geld nog meer geld maken, voegt simpelweg niets toe aan de samenleving. Of het nu gaat om verpakte en doorverkochte hypotheken vlak voor de crisis, opgepompte bedrijfswaarderingen tijdens de dotcom-bubbel of bitcoins: op de korte termijn kan het voor enkelen tot mooie financiële rendementen leiden, maar doorgaans gaat het op de lange termijn ergens mis. En dan blijken die rendementen niets anders te zijn dan herverdeling.
Omdat de belegging niet productief was, is er in de reële economie niets wezenlijks veranderd. De ‘winnaars’ zijn degenen die vlak voor het mis ging zijn uitgestapt. En de verliezers? Die blijven zitten met waardeloze financiële papieren.
Er valt geen exact moment aan te wijzen waarop de kijk van veel mensen op beleggen is losgezongen van de onderliggende, reële waarde. Het lijkt meer een geleidelijk proces te zijn geweest dat zich voltrokken heeft over decennia. Wel zijn er drie hoofdoorzaken aan te wijzen waarom de belegger steeds verder af staat van het object waarin hij belegt. Alles is om geld gaan draaien, veel beleggers zijn uit het oog verloren waar ze precies in beleggen en daarnaast wordt er steeds meer overgelaten aan kunstmatige intelligentie.
1. Alles draait om geld
De eerste factor is de ‘financialisering’ van de samenleving. Het komt er in het kort op neer dat alles om geld draait. Dit uit zich onder andere in het feit dat financiële argumenten worden gebruikt als belangrijkste handelingsmotief van de belegger: niet de consequenties van investeren staan voorop, maar het maximaliseren van op korte termijn gerichte financiële aandeelhouderswaarde. Puur investeren in de reële economie wordt dan ook niet meer gezien als drijfveer voor de financiële sector, maar de financiële waarde is een argument op zich geworden: het maakt niet uit hoe, als een belegging of investering maar meer geld oplevert.
Het kortetermijndenken heeft de overhand. We hebben letterlijk geen zicht meer op ontwikkelingen die zich afspelen op de lange termijn, zoals bijvoorbeeld klimaatverandering. Alles wat geen kortetermijnrendement oplevert, wordt gewoonweg niet gezien. In plaats van in te zetten op kansen voor verandering, worden veranderingen domweg niet gewaardeerd. Alles wat niet kan worden vertaald in financiële waarden, wordt als waardeloos bestempeld. En de gevolgen daarvan zijn desastreus: een schuldgedreven economie met een korte-termijn-oriëntatie waarin hoofdzakelijk financiële argumenten nog als valide worden gezien.
2. Veel beleggers weten niet meer waar ze in beleggen
Grote beursgenoteerde bedrijven zijn vaak actief in veel landen, zowel met de productie als verkoop. Van vrijwel alle technologische apparatuur zoals smartphones, auto’s, laptops of tv’s is het voor de gemiddelde consument of investeerder nauwelijks nog na te gaan waar en onder welke omstandigheden onderdelen worden geproduceerd en waar de grondstoffen vandaan komen. Het land waar het merk vandaan komt, zegt tegenwoordig ook niet zo veel over waar de meeste winst wordt gemaakt, producten worden verkocht of banen worden gecreëerd. Dus ook de nog bestaande en duidelijke link met de reële economie, is door mondiale waardeketens veel onoverzichtelijker geworden. Dit noemen we mondiale integratie.
Daarnaast draagt ook de financiële integratie bepaald niet bij aan de overzichtelijkheid. Het is allang niet meer duidelijk waar een bedrijf dat aan de beurs in New York of Amsterdam genoteerd is, daadwerkelijk actief is. En ook vervaagt de scheidslijn of een deel van de financiële handel en wandel van een bedrijf in een specifiek land plaatsvindt om reëel economische redenen of om louter financiële motieven, zoals belastingontwijking of balansoptimalisatie.
3. We laten steeds meer aan kunstmatige intelligentie over
Als laatste spelen algoritmen en kunstmatige intelligentie, ook wel artificial intellegence (AI) of robotisering genoemd, een steeds grotere rol bij beleggen. Robotisering kan worden gebruikt om tal van problemen op te lossen. Zo kan de inzet van AI bijdragen aan het realiseren van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties. Bijvoorbeeld door het vergaren van betere gegevens over armoede, groei van gewassen of methoden voor preventieve screening, zodat de gezondheid van veel mensen kan toenemen. Maar AI heeft ook negatieve gevolgen. In de beleggingswereld wordt het bijvoorbeeld voor algoritmen toegepast die flitshandel mogelijk maakt. Door de flitshandel wordt gereageerd op prijssignalen en ben je soms maar voor enkele seconden, zonder dat je het weet aandeelhouder!
Algoritmen worden steeds vaker ingezet voor automatische handel op financiële markten. In een cultuur van financialisering is dit ook een voor de hand liggende toepassing van deze technologie. Bij bepaalde prijssignalen besluiten algoritmen bijvoorbeeld autonoom aandelen te verkopen of aan te kopen, om zo volgens de geprogrammeerde instructies te komen tot een verdeling van de aandelenportefeuille. Door al die individuele algoritmen bij elkaar – die vaak op ongeveer eenzelfde wijze zijn ingesteld- zijn de effecten op de aandelenmarkten heftiger, sneller en moeilijker te controleren. Dit heeft negatieve effecten voor de stabiliteit van financiële markten. Hier zijn immers geen mensen meer bezig die bedenken wat ze zelf nu écht vinden van een situatie en wat er gebeurt in de economie; het zijn alleen nog computers.
Dit soort effecten wordt nog versterkt door de trend naar ‘passief’ beleggen. Hiermee wordt belegd in een mandje van aandelen dat gelijk is aan een index. Gevolg hiervan is dat beleggingsbeslissingen helemaal niets meer van doen hebben met de concrete ontwikkelingen van specifieke bedrijven waarin wordt geïnvesteerd. Al deze ontwikkelingen gaan maar één kant op: een steeds minder vanzelfsprekend verband tussen het geld van de belegger en de zichtbaarheid van de consequenties van die beleggingsbeslissing.
Wat zijn de gevolgen?
Al deze ontwikkelingen blijven natuurlijk niet zonder consequenties. Ook al lijken langetermijnbelangen en consequenties van de gemaakte keuzes niet meer in het boekje van de gemiddelde belegger voor te komen. Als het de koers van het aandeel betreft worden negatieve effecten van handelen, van corruptie tot milieuvervuiling, alleen vertaald naar het onmiddellijke financiële kortetermijnbelang van beleggers. Een aantal voorbeelden om dat te illustreren:
Klimaatakkoord Parijs
Als de korte termijn het enige is wat beleggers lijkt te interesseren, dan vallen ontwikkelingen die niet meteen morgen al effect hebben makkelijk van de radar. Denk bijvoorbeeld aan klimaatverandering. Door het klimaatakkoord van Parijs en de daaruit voortvloeiende stappen wordt uitstoot duurder en krijgen duurzame alternatieven meer kansen. Broeikasgas-intensieve bedrijven lopen een groot risico in hun bedrijfsmodel.
Vanuit het financieel rendement bezien is dat op langere termijn een risico voor een belegger met vooral een ‘fossiele’ beleggingsportefeuille. Je zou dan ook verwachten dat daar meer naar gehandeld wordt, door de fossiele portefeuille rap af te bouwen en meer te investeren in duurzame alternatieven. Dat valt echter nog behoorlijk tegen aangezien het eerder beschreven effect op korte termijn nog niet direct zichtbaar is, en er dus naar verhouding nog veel te weinig wordt geïnvesteerd in duurzame energie.
Gigantische palmolieplantages
Iets vergelijkbaars geldt voor de risico’s in de voedingsindustrie. Als het enige doel productiemaximalisatie en winstmaximalisatie is, dan is het logische gevolg doorgaans op grote schaal verbouwen en vee houden: van gigantische palmolieplantages tot megastallen. De negatieve consequenties voor de biodiversiteit, het milieu en het dierenwelzijn worden dan niet meer meegenomen in deze beslissingen.
De grote vraag is: hoe kunnen we ervoor zorgen dat de negatieve effecten van investeringen ook bij de belegger inzichtelijk worden, zodat hij of zij beleggingsbesluiten kan baseren op een werkelijk rendement?
Wat is de oplossing?
Er zijn nu ook al beleggers die met hun beleggingen in beursgenoteerde bedrijven rekening houden met zogenaamde ESG-factoren. Deze letters staan voor Environmental, Social en Governance. Ook impact-beleggen, zoals microfinancieringen en beleggingen in duurzame projecten genoemd wordt, maakten een sterke groei door. Het vermogen dat impact-beleggers onder beheer hebben groeit elk jaar, maar in vergelijking met het totale belegde vermogen in de wereld is de invloed van deze vorm van beleggen nog steeds uiterst klein.
Veel beleggers beleggen dus nog steeds verkeerd, in de zin dat ze niet kijken naar de echte waarde van beleggen. Wat moet er gebeuren om die groep bewuste beleggers groter te maken?
- Beleggers, beleg niet als je niet weet wat de effecten ervan zijn.
Probeer te achterhalen waar je als belegger nu eigenlijk precies in zit. Beleg je passief in een index? Van de prestaties van welke bedrijven ben je dan eigenlijk afhankelijk? En wat vind je daarvan? Ken je de risico’s? Beleg je in een fonds? Dan gelden dezelfde vragen.
Denk als belegger na over welke bijdrage aan de wereld je met je belegging wilt leveren. En beoordeel zelf wat je ervan vindt. Ook als er nog geen gegevens zijn die exact de consequenties of impact van een bepaalde investering laten zien. Dat ontslaat ons er niet van om tenminste wel te proberen alle consequenties zo goed mogelijk te overzien en af te wegen. Eigen oordeelsvorming, menselijk beoordelingsvermogen, vormt de basis voor een inschatting van de waarde van een belegging.
- Bedrijven, laat zien wat de effecten zijn.
Maak impact meetbaar. Duidelijkere, gestandaardiseerde en verplichte rapportage van de impact van beleggingen – zowel positieve als negatieve impact – geeft een belegger inzicht in de werkelijke waarde van een belegging. Dit begint bij verslaglegging van bedrijven. Dit wiel hoeft niet meer te worden uitgevonden, en ‘alleen maar’ te worden toegepast: initiatieven zoals integrated reporting (samenvattende rapportage waarin bedrijven aangeven hoe duurzaam ze zijn) zijn al beschikbaar. Ze moeten echter ook daadwerkelijk en breed worden gebruikt. Dit is de informatie die beleggingsfondsen kunnen gebruiken om te laten zien wat de effecten van beleggingen zijn. De meetbaarheid van positieve impact is iets waar veel beleggers al wel naar kijken, maar het is opmerkelijk dat het inzichtelijk maken van negatieve impact nog maar weinig wordt afgedwongen.
- Overheid, stel hier eisen aan.
De overheid kan een rol spelen door de rapportage over de effecten die een bedrijf veroorzaakt te verplichten, zowel negatief al positief. Als rapportages van bedrijven worden afgedwongen door overheden kan geen bedrijf zijn vervuilende activiteiten nog makkelijk verbergen. Dit is de beste oplossing tegen ‘green washing’. Deze transparantie en standaardisatie maakt het voor beleggers ook makkelijker de effecten van hun beleggingen na te gaan.
Ook biedt dit de mogelijkheid voor de overheid om bij te sturen: CO2-beprijzing is een voor de hand liggende eerste stap, maar negatieve effecten van productie zoals bijvoorbeeld de emissie van fijnstof kunnen dan ook worden belast.
- Persoonlijke keuze
Verkeerd beleggen is een persoonlijke keuze. Niet weten wat je geld doet, is óók een persoonlijke keuze. Wanneer het idee dat er niet zoiets bestaat als een neutrale belegging meer verankerd raakt in de beleggingswereld en je als belegger dus ook in die zin altijd een keuze maakt (of je dat nu weet of wilt, of niet), dan worden beleggers zich misschien bewust dat ze niet langer uitsluitend naar hun beleggingen kunnen kijken in de context van financieel rendement, maar dat het van belang is dat bij elke belegging gekeken wordt naar de werkelijke waarde. Alleen dan worden alle consequenties van een beleggingsbeslissing duidelijk. En alleen dan kunnen we erop vertrouwen dat het menselijk oordeel weer het uitgangspunt wordt. Misschien dat over tien jaar elke belegging dan bijdraagt aan de noodzakelijke transitie naar een werkelijk duurzame samenleving.
Hans Stegeman
Hans Stegeman is econoom bij Triodos Investment Management. Hij schrijft vaker artikels voor andere media zoals RTL Z. Dit artikel over het werkelijke rendement van beleggen schreef hij speciaal voor de Kleur van Geld.
Beleggen
We beleggen het geld dat u ons toevertrouwt enkel in ondernemingen die een positieve sociale en ecologische impact hebben. We zijn ervan overtuigd dat in de toekomst de meest succesvolle bedrijven oplossingen bieden voor een duurzamere samenleving.
Duurzaam beleggen? Met Triodos Bank gaat u verder
Bedankt voor je reactie!
Bevestig je reactie door op de link in je e-mail te klikken.